oog-bewegingen (patronen)
Oogbewegingen (-patronen)
Wist je dat iemands oogbewegingen kunnen verraden hoe hij/zij aan het denken is? Ga tegenover iemand zitten, ga met hem of haar een gesprek aan, stel een aantal vragen en kijk dan eens wat er met de ogen van de ander gebeurt. Waarschijnlijk gaan ze alle kanten op.
Er lijkt geen structuur in te zitten, maar is dat ook zo?
Wat zijn oogpatronen?
NLP is vooral bekend geworden door het fenomeen oogbewegingen. In gesprekken maken mensen allerlei bewegingen met hun ogen. Mensen kijken je aan en kijken weer weg. Ogen bewegen naar beneden, naar boven en van links naar rechts. Waarschijnlijk herken je dit. Herken je het niet, kijk dan maar eens naar interviews op de televisie en let op de bewegingen van de ogen. Tijdens de ontwikkeling van NLP heeft men ontdekt dat oogbewegingen nodig zijn om toegang te krijgen tot informatie, herinneringen en ervaringen. Ogen bewegen niet wanneer iemand het antwoord paraat heeft. Paraat betekent dat je niet hoeft na te denken over het antwoord: je weet het gewoon. Wat men ook heeft ontdekt, is dat de bewegingen van de ogen niet willekeurig plaatsvinden. Elke beweging is een poging om specifieke informatie te krijgen. Dit houdt in dat elke specifieke beweging van de ogen een doel heeft. De bewegingen van de ogen zijn verbonden met bepaalde delen van de hersenen waar een specifiek soort informatie is opgeslagen.
Oogschema
Wat kunnen we dan waarnemen? Als je recht tegenover iemand staat en een vraag stelt over hoe iets of iemand er vroeger uitzag, dan gaan de ogen meestal naar rechtsboven (vanuit jouw waarneming). Indien je dezelfde persoon vervolgens vraagt om weer contact te maken met het gevoel gaan de ogen naar links beneden. We kunnen echter nog meer waarnemen. Laten we dit eens in een tekening zetten.
In 1976 begonnen Bandler, en Grinder met het onderzoeken van de relatie tussen oogbewegingen en de verschillende zintuigen, alsook de cognitieve processen die bij de verschillende hersenhelften (zouden) horen. Dilts en anderen gingen hiermee verder en observeerden honderden personen. Zij kwamen tot de onderstaande indeling (zie afbeelding). Deze indeling gaat op voor rechtshandige mensen, ongeacht hun ras. Alleen onder Basken werden veel uitzonderingen op de regel gevonden. Bij veel linkshandigen lijken de processen precies omgedraaid. De K zit dan rechtsonder, Vr zit linksboven. Vergeet niet dat veel mensen een zoeksysteem hebben. Daarom kan het zijn dat op de vraag “Hoe zag je eerste teddybeer eruit” een rechtshandige niet meteen naar rechtsboven gaat, maar bijvoorbeeld eerst naar zijn gevoel (K) omdat er eerst een gevoel komt voordat hij het plaatje kan ophalen van zijn beer.
Hoe herken je de representatiesystemen in oogpatronen?
Onze ogen geven toegang tot enkele belangrijke representatiesystemen. Hieronder lichten we de zes toegangskanalen toe en geven we elke keer een voorbeeldvraag. Als je deze vraag aan iemand stelt, is de kans groot dat deze persoon in de aangegeven richting gaat kijken.
oogbewegingen
Vc = Visueel construeren Beelden van zaken die we nog niet eerder hebben gezien en in ons hoofd construeren.
Voorbeeldvraag: Hoe zou het zijn als je partner paarse haren zou hebben?
Vh = Visueel herinneren Beelden zien uit je herinnering, dingen die we eerder hebben gezien.
Voorbeeldvraag: Welke kleur had de voordeur van je eerste huis?
Ac = Auditief construeren Geluiden maken die je nog niet eerder gehoord hebt.
Voorbeeldvraag: Hoe zou je eigen stem klinken als Donald Duck?
Ah = Auditief herinneren Als je stemmen of geluiden herinnert, of dingen die je al eerder tegen jezelf hebt gezegd.
Voorbeeldvraag: Hoe klinkt de stem van je buurman/-vrouw?
K = Kinesthetisch Wanneer mensen bij hun gevoel komen, ervaren wat ze op dat moment voelen, of weer eerdere gevoelens beleven.
Voorbeeldvraag: Hoe voelt het om natte sokken te dragen?
Ad = Auditief digitaal Wanneer we tegen onszelf praten, zijn we in dialoog met onszelf.
Voorbeeldvraag: Wat zeg je tegen jezelf om je te motiveren?
Behalve uit de oogbewegingen zijn onze innerlijke processen ook af te lezen uit:
- Hoofdbewegingen
- Veranderingen in de houding
- Veranderingen in de spreektoon
- Het spreektempo
- Het ademhalingsritme
Let op:
Wanneer iemand zegt “Ik weet het niet” en zijn ogen tegelijkertijd rechts omhoog doet, dan is dat een non-verbaal signaal dat hij zich een beeld herinnert.
Afhankelijk van de emotie die dat oproept zullen er andere visuele en auditieve signalen zichtbaar worden. Sneller spreken – verzitten – een andere houding aannemen…
En wat nog meer:
Recht vooruit kijken / een starende blik. Meestal een visueel systeem (geassocieerde voorstelling) Je maakt het mee of staat ernaar te kijken. Soms gepaard gaand met samengeknepen oogleden.
Gesloten ogen of een verlengde knipperbeweging is ook vaak het aansturen van het visuele systeem.
Knipperen van de oogleden geeft vaak aan een afwisseling of opeenvolging van beelden.
Gefocust recht vooruitkijken duidt vaak op een auditieve ervaring of herinnering.
In alle gevallen is er veel meer waar te nemen dan je op het eerste gezicht zou denken.
Het samengaan van meerdere systemen tot één ‘presentatie’ noemen we een synesthesie. Vooral wanneer het systeem zintuigelijk overbelast wordt. Dan is er geen toegangskanaal meer. Men ‘bevriest’ of sluit zich geheel af van de omgeving.
Doelstelling(en), essentie, beoogde effecten
Het kalibreren van oogpatronen geeft aanvullende informatie over hoe de cliënt zijn/haar processen doorloopt. Dit geeft inzicht in hoe de cliënt te benaderen en welke vorm van vragenstellen het meest effectief kan zijn om sneller de juiste resultaten te behalen.
Metaprogramma’s van toepassing: Specifiek, Voldoet wel, Visueel