Kalibreren, Rapport en Backtrack
Kalibreren, Rapport en Backtrack

Kalibreren, Rapport en Backtrack

Kalibreren, Rapport en Backtrack

In NLP betekent “kalibreren” (=ijken) het leren zien welke non-verbale uitdrukkingen bij welke innerlijke belevingen horen. Door goed naar externe signalen te kijken, kun je herkennen wanneer mensen in een bepaalde stemming zijn of in een andere stemming raken. Met kalibreren kunnen we kleine non-verbale veranderingen waarnemen. Sommige mensen zijn “onbewust” goed in het waarnemen van non-verbale veranderingen. Zij nemen waar dat mensen “ja” zeggen, maar “nee” denken. Anderen merken verandering van stemming enkel op wanneer mensen bijvoorbeeld gaan huilen.

Aan minimale veranderingen in de fysiologie herkennen we veranderingen in interne representatie en stemming. Met kalibreren leren we de incongruentie tussen verbaal en non-verbaal te herkennen. Tevens kunnen we, wanneer we de minimale veranderingen van mensen kennen, betekenis geven aan die non-verbale veranderingen door te ijken.

Lichaam en geest 

Eén van de vooronderstellingen luidt: lichaam en geest zijn een cybernetische eenheid. Deze vooronderstelling vormt het fundament van het kalibreren. Interne representatie, stemming en fysiologie (lichaamstaal) zijn met elkaar verbonden.

Kalibreren en IJken

De woorden kalibreren en ijken zijn goed gekozen. Als je bekend bent met Active Boards (een digitaal schoolbord), dan weet je dat de pen (die het krijtje vervangt) eerst goed afgesteld moet zijn op het bord. Dat heet: kalibreren. Als de pen niet goed gekalibreerd is, zet je met je pen op het bord een streep, maar verschijnt de streep op een andere plek.

Een NLP’er moet ook eerst goed afgestemd zijn op de ander, anders ‘leest’ hij de signalen verkeerd. IJken houdt in dat je de nauwkeurigheid van een meetinstrument bepaalt aan de hand van een vastgestelde standaard. Toen men in winkels nog met oude weegschalen werkte, kwamen ijkmeesters langs om vast te stellen of de klomp van één kilo nog steeds één kilo woog. Een NLP’er stelt eerst de standaard vast (externe signalen gekoppeld aan een intern proces), gaat vervolgens signalen ‘lezen’ en checkt regelmatig de nauwkeurigheid van zijn meetwerk.

Mindreaden

Tegenover kalibreren staat mindreaden. Mindreading houdt in dat je beweert te weten wat de ander voelt en denkt. Bij kalibreren is sprake van observeren van zintuiglijk waarneembare veranderingen zónder dat er sprake is van interpretaties.

Bij mindreading interpreteren we wel en geven we betekenis aan het gedrag van een ander zonder dit te checken bij de persoon zelf. Bijvoorbeeld: iemand fronst zijn wenkbrauwen en jij denkt dat het betekent dat die persoon je uitspraak in twijfel trekt. In dat geval raad je naar de gedachten van de ander, zonder je ervan bewust te zijn dat het fronsen ook een andere reden kan hebben. Bijvoorbeeld: omdat hij zich goed concentreert op wat je zegt.

Kalibreren is dus het proces waarbij je leert hoe je iemands reacties in de lopende interactie kunt ‘lezen’. In plaats van de interne toestand van de ander te voorspellen en/of te veroordelen (mindreaden), leer je een relatie te leggen tussen waarneembare signalen (extern gedrag) en de interne toestand of processen van iemand.

Hoe kalibreer je? 

Het proces van kalibreren bestaat uit vijf stappen.

Je neemt een aantal signalen in het externe gedrag waar.

Deze signalen beschrijf je zo objectief mogelijk, zonder enige vorm van mindreading.

Vervolgens vraag je naar de interne toestand en/of processen van de ander. Je raadt deze interne processen niet (dat is mindreaden), maar je vraagt en checkt.

Nu koppel je voor jezelf de externe signalen aan de interne processen en stemming. Dit wordt een ijkmoment die je voor jezelf gemaakt hebt.

Je checkt of je ijkmoment klopt door een andere situatie op te roepen.

HALTO

Waar let je op?

Je kunt natuurlijk op allerlei aspecten van de verbale, stem- en lichaamstaal letten. Maar voor je het weet, heb je zoveel om op te letten dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Robert Dilts heeft een handig model (HALTO) ontwikkeld om snel te leren op welke zaken je zoal kunt letten bij het afstemmen op je gesprekspartner.

H - Hoofd, handen, huidskleur

Hoe staat het hoofd. Hoe beweegt het hoofd. Wat gebeurt er met de handen. Wat gebeurt er met de huidskleur.

A - Ademhaling

Is de ademhaling snel of langzaam. Zit de ademhaling hoog of laag.

L - Lichaamshouding

Wat laat de lichaamshouding zien.

T - Tonaliteit en tempo

Wat is de toon in de stem. Hard of zacht. Warm of koud. Praat hij/zij snel of langzaam.

O - Oogcontact

Is er oogcontact. Naar welke kant worden de ogen gedraaid. 

Rapport  

Rapport staat letterlijk voor: afstemmen, aansluiten en gelijkheid creëren. Een NLP’er werkt altijd vanuit rapport. Hoe bouw je rapport op met jezelf en met anderen, welke soorten rapport zijn er, hoe weet je dat je rapport hebt?

Rapport is de belangrijkste relationele vaardigheid in NLP. Als je rapport hebt, bouw je vertrouwen, harmonie en samenwerking op in een relatie. Andere woorden om de staat van rapport te beschrijven zijn een harmonieus en wederzijds begrip tussen mensen, levellen, overeenstemming tussen mensen en afgestemd zijn op elkaars Wereldmodel.

Rapport is een systemisch proces dat je meer als een dans kunt zien dan als een lineair (oorzaak-gevolg) proces. Het gaat er bij NLP niet om dat rapport leidt tot het kennen van de inhoud van iemands subjectieve ervaring; rapport leidt juist tot het begrijpen hóé de ander zijn kaart van het gebied construeert. Iedereen heeft zijn eigen model van de wereld. Het is de taak van de NLP’er om de denkstijlen van de ander te herkennen om zijn eigen stijl aan te passen. Als je werkelijk respect kunt opbrengen voor het wereldmodel van de ander, zal je profijt hebben van de grote diversiteit aan wereldmodellen om je heen. Doe je dat niet, dan blijf je alleen maar aan het vechten om anderen jouw wereldmodel duidelijk te maken, waarmee je geen rapport tot stand brengt.Rapport = Flow

In het Engels wordt het woord ‘rapport’ ook gebruikt in de muziekwereld als muzikanten al spelend een optimale staat van overeenstemming bereiken, en met elkaar fantastisch muziek maken (in de Spaanse flamenco heet deze toestand ‘duende’). In alledaagse communicatie ontstaat er ook vaak zo’n flow-toestand, vooral als mensen een soortgelijk wereldmodel hebben. Mensen die gelijkgestemd zijn, hebben eerder rapport met elkaar dan mensen wiens meningen erg ver uit elkaar liggen. Als je dus als coach rapport wilt creëren met je client, is het van belang om een overlap te vinden tussen jouw eigen model van de wereld en dat van de ander. Als we dit breder trekken, kunnen we zeggen: om je doelen te bereiken, heb je rapport nodig (met jezelf en met anderen die bij het bereiken van het doel betrokken zijn). NLP biedt verschillende manieren en technieken om rapport met iemand op te bouwen.

Indicatoren van rapport

Tad James, een Amerikaanse NLP-trainer, noemt vijf indicatoren van rapport.

Afstemming Je stemt af op elkaars lichaamstaal, tonaliteit en woordgebruik. Het gevolg is dat er een match ontstaat of een spiegeling (mirroring).

Warm gevoel Je voelt in je buik een warm gevoel van vriendschap. Sommige mensen voelen zich eerst wat ongemakkelijk en daarna krijgen ze ‘vlinders in de buik’.


Verandering van huidskleur Je ziet dat de huidskleur van de ander verandert van licht naar donker. Meestal zie je dit meteen na het warme gevoel.

Verbindingszinnen van de ander De ander zegt zinnen waarmee hij/zij een verbinding met jou wil aangeven. Voorbeelden: het is alsof we elkaar al lang kennen, ik voel me op mijn gemak bij jou, het is prettig om zo met jou te praten.

De ander volgt jouw leiden Eerst volg jij de ander. Daarna ga je leiden. Als de ander jou volgt (bijvoorbeeld via matching of mirroring), heb je een sterk, onbewust rapport. Je kunt dat testen door een bepaald gebaar te maken (bijvoorbeeld aan je oor krabben, je hand onder je kin) om vervolgens te kijken wat de ander doet.

Afstemmen op taal, stem en houding! 

We weten nu waarom het hebben van rapport belangrijk is, maar waar letten we vervolgens op wanneer we rapport willen hebben?

Je weet dat lichaamstaal een grote rol speelt in onze alledaagse mondelinge communicatie?  Woorden spelen een absolute hoofdrol in de schriftelijke communicatie, maar in de mondelinge communicatie waarbij mensen elkaar ook kunnen zien en horen weten we dat tonaliteit en vooral lichaamstaal het allerbelangrijkst is.

Spiegelen

Rapport maken kan beginnen met “spiegelen”  bij benadering!

niet tegelijk

niet exact hetzelfde

variatie

Backtrack frame

Backtracking is het herhalen of samenvatten van iemands bewoordingen. Hierbij maak je gebruik van de sleutelwoorden die de ander heeft gebruikt en de daarbij behorende tonaliteit. Door het gebruik van backtracking bouw je rapport op met je gesprekspartner. Luister goed naar wat de ander zegt en let daarbij vooral op bepaalde sleutelwoorden. Dit zijn woorden die eruit springen omdat de spreker ze regelmatig gebruikt of omdat de spreker zelf aangeeft dat hij die items belangrijk vindt. Let daarbij ook op de tonaliteit waarmee deze woorden worden uitgesproken. Geef vervolgens een beknopte samenvatting van wat de ander heeft gezegd en verweef daarin de sleutelwoorden. Spreek deze uit met dezelfde intonatie als waarmee je gesprekspartner ze uitspreekt.

Let op: Gebruik exact dezelfde woorden en vul zelf niets in. Het zijn zijn/haar woorden, dus niet de jouwe.

Het doel van Backtrack is vooral duidelijkheid te verkrijgen en het gesprek aan te moedigen.

Backtrack kent 3 vormen:

De backtrack Match  woorden of delen van zinnen exact gebruiken en teruggeven

De backtrack Match samenvatting  Samenvatting met exact gelijk woordgebruik

De backtrack Mismatch  Samenvatting met synoniem woordgebruik. Pas hiermee op, want soms kan dat als hinderlijk worden ervaren.

Backtrack, of herhalen wat er gezegd is, kan worden gezien als een manier om de ander te ontmoeten op zijn of haar niveau. Maar als iemand nadenkt, schiet er dan niet gelijk op in. Laat de persoon even nadenken. Anders kan het een tegenovergesteld effect hebben en het rapport verbreken.

Reactie plaatsen