Representatie systemen herkennen in NLP
Representatiesystemen - Herkennen in NLP
Er zijn verschillende manieren om voorkeuren in iemands representatiesystemen te herkennen.
Visueel
Mensen met een sterk visueel representatiesysteem staan of zitten met hun hoofd rechtop/omhoog en met hun ogen naar boven. Visuele mensen bewegen met snelle, krachtige bewegingen, lopen meestal snel, met hun hoofd omhoog. Ze ademen veelal over de toppen van hun longen. Op een stoel zitten ze meestal naar voren of op het puntje van de stoel. Ze vinden herinnering door beelden te zien en zijn minder gericht op geluiden en woorden. Ze hebben moeite met verbale instructie aangezien hun gedachten met beelden aan de haal kunnen gaan. Visuele mensen willen graag weten hoe zaken eruit ZIEN.
Voorbeeldzin: “Als ik jou op een aantrekkelijke manier kon laten zien hoe je ... kunt bereiken, dan zou je er op z'n minst toch naar kijken, of niet? Als dit er volgens jou goed uitziet, dan gaan we verder en focussen we ons op hetgeen we hier voor ons zien.”
Auditief
Auditieve mensen bewegen hun ogen veelal zijwaarts en ademen vanuit het midden van hun borst. Deze mensen spreken veel tegen zichzelf (soms bewegen hun lippen mee wanneer ze tegen zichzelf praten) en zijn snel afgeleid door geluiden. Ze kunnen woorden vaak letterlijk terug vertellen zoals ze die gehoord hebben. Door te luisteren leren ze, houden van muziek en telefoongesprekken. Auditieve mensen bewegen minder snel en opvallend dan visuele mensen. Ze HOREN graag of ze het goed doen en krijgen graag verbale respons (woorden en geluiden): “Wat vind je ervan?” Deze mensen zijn snel afgeleid door omgevingsgeluid. Ook kunnen ze woorden vaak letterlijk teruggeven en leren vooral door te luisteren. De stemtoon en woorden die mensen zeggen zijn belangrijk. Voorbeeldzin: “Als ik jou zou vertellen op welke manier jij ... kunt bereiken, dan zou je dat op z'n minst willen horen, of niet? Als dit voor jou goed klinkt, dan zullen we er verder over praten.”
Kinesthetisch
Mensen die kinesthetisch zijn, ademen veelal diep; wat te zien is aan het op en neer gaan van hun buik. Deze mensen lopen vaak langzaam met geleidelijke bewegingen en praten ook héél langzaam. Ze reageren op een fysieke manier, door mensen aan te raken en voelen andere mensen aan. En ze staan dichter bij andere mensen dan visuele mensen. Kinesthetische mensen hoeven niet altijd te praten om andere mensen te begrijpen, ze voelen of iets goed zit. Ze weten of iets goed is; wanneer het goed VOELT. Ze herinneren dingen door er nog eens doorheen te lopen, ze kunnen ervaringen fysiek opnieuw beleven. Voorbeeldzin: “Als ik jou een concrete manier zou aanreiken waarop jij... zou kunnen bereiken, daar zou jij wel iets voor voelen, of niet? Als dit goed voelt voor je, dan kunnen we de volgende stappen aanpakken en die ook ervaren.”
Auditief digitaal
Met digitaal wordt bedoeld: innerlijke dialoog. Deze mensen spreken veel tegen zichzelf. Het verschil met auditief (tonaal) en digitaal zit vooral in de interne representatie. Auditieve mensen horen vooral wat anderen tegen hen zeggen en wat ze zelf gezegd hebben. Auditief digitale personen voeren gesprekken met zichzelf over wat ze waarnemen en daarvan vinden. Hun dialoog bestaat vooral uit innerlijk commentaar geven over datgene wat er gebeurt. Digitale personen maken gebruik van elementen uit andere systemen. Ze willen weten of datgene wat ze waarnemen LOGISCH is.
Representatiesystemen - Predicaten
Als we goed naar mensen luisteren, als we naar de predicaten luisteren die ze gebruiken, kunnen we ontdekken wat hun voorkeursysteem is. Hoe werkt dat? Neem drie personen die samen in het bos aan het wandelen zijn.
- Visueel Ik zie het hier helemaal zitten, kijk toch eens naar die mooie herfstkleuren.
- Auditief Prachtig, de geluiden die je hier hoort. Hoor je de vogels?
- Kinesthetisch In het bos voel ik me meteen thuis, alle spanning valt van me af.
Drie anderen zeggen wellicht:
- Auditief-digitaal In het bos denk ik aan vroeger en komen er mooie herinneringen naar boven.
- Olfactorisch Heerlijk om hier te zijn, de geur van deze dennen zal ik nooit vergeten.
- Gustatief Pas als ik tamme kastanjes proef, weet ik weer hoe het was rond te lopen in een kastanjebos.
Proceswoorden/werkwoorden
Predicaten zijn eigenlijk proceswoorden (werkwoorden) die we gebruiken in onze interne communicatie om interne ervaringen weer te geven.
Het doel van deze predicaten is taal te gebruiken om in het representatiesysteem van de ander te spreken zodat er begrip ontstaat